Dag 32 : Van Ventas de Narón naar Mélide
Gallicië liet zich opnieuw zien van haar gekende kant : grijs en regenachtig. De kilometers slinken echter zienderogen, dus zoveel zal ik niet meer in de regen moeten lopen.😅
Vertrokken na een simpel ontbijt in de auberge. Ontbijten blijkt hier precies niet de gewoonte te zijn. Ik had echter al energie nodig, want de tocht begon onmiddellijk bergopwaarts. Over kleine veldwegen wandelde ik opnieuw van het ene kleine dorpje naar het andere. In feite zou ik een mooi uitzicht moeten hebben op de Sierra de Ligonde, maar de regen en de wolken ontnamen me het uitzicht.
Tegen de middag begon het stilaan op te klaren. Ik kwam aan in Palas de Rei, wat herinnerde aan het vorstelijk paleis dat er eens was. De stad stelt echter niets voor en verder leek het een rommelige boel. Even nadien kwam ik aan in een klein boerendorp waar een gezellige bar geopend was. Spijtig dat het nog steeds niet volledig droog was, anders had ik zeker op het gezellige terras gegeten met een mooi uitzicht.
Vanaf dan ging de tocht vooral door bossen, op en af, tot ik enkele uren voor de eindbestemming via een industrieterrein Mélide naderde. Gelukkig liep het pad op enige afstand van de weg, zodat ik minder last had van het drukke verkeer. Dit was in feite een vreemde gewaarwording na al die weken stappen langs rustige wegen en vooral te midden de natuur.
Na 8,5 uur onderweg te zijn en ruim 26 km bereikte ik Mélide. Mélide is het geografisch centrum van Gallicië omdat hier de Camino Frances en de Camino Primitivo samenkomen. Verder beweert men dat je hier de beste pulpo (inktvis) kunt eten.
Reacties
Een reactie posten