Dag 3 : Van St-Jean-Pied-de-Port naar Roncevalles in Spanje.
De zon was al van ’s morgens vroeg van de partij. Na een verkwikkende nachtrust ben ik klaar voor wat de zwaarste tocht wordt genoemd van de Camino Frances. Officieel zou ik de grens met Spanje niet over mogen. Ik voel me echter goed gesteund en beschermd. Ik heb een negatieve covid-test op zak, evenals mijn vaccinatiebewijs.
Het is erg koud. Het lijkt licht gevroren te hebben. De tocht begint echter met een stevige klim waardoor ik het al snel te warm heb. Ik win snel hoogte waardoor ik spoedig op mooie panorama’s wordt getrakteerd. De weg loopt eerst vele kilometers langs een geasfalteerde weg. Niet aangenaam voor mijn voetjes. Er is niemand onderweg, behalve ik. De stilte is zelfs oorverdovend, als gezoem in mijn oren. Schapen, half-wilde paarden, arenden en andere vogels houden me gezelschap tijdens mijn tocht.
Een half uur later dan beschreven in de gids, bereik ik een bekend punt : la vierge de Biakorri op een hoogte van 1095m. Ik ben dus al zo’n 900 m gestegen vanuit St-Jean-Pied-de-Port. De volgende horde die ik moet nemen is de grens oversteken langs een oud beukenbos. Dit verloopt vlot en als ik even later aankom aan de fontein van Roland weet ik dat ik in Spanje ben, regio Navarra. De col de Bentarte op 1305m is de volgende hindernis. Na zoveel uren stappen gaat het minder vlug vooruit. Ik heb intussen zo’n 17 km afgelegd, altijd omhoog. 4 km verder maak ik de laatste beklimming naar het hoogste punt van de wandeling : de col de Lepoeder op 1430m. Het lijkt niet hoog maar ik ben sinds vanochtend meer dan1250m gestegen. Op de col kan ik genieten van nog een korte pauze en prachtige vergezichten. Hierna is het bijna altijd naar bergafwaarts. Ik besluit de kortste, maar in het begin zeer steil pad door het beukenbos te nemen. Als ik al ettelijke honderden meters gedaald ben, wil ik een foto nemen van het steile pad. Nu merk ik dat ik mijn gsm, die tevens dienst doet als fototoestel, verloren ben. Ik moet omkeren om hem te zoeken en nu het erg steile pad omhoog doen. Ik laat wijselijk mijn 10 kg zware rugzak achter achter een boom om de beklimming te verlichten. Bijna terug boven vind ik gelukkig mijn gsm, maar ik ben in feite uitgeput. Het laatste uur van de tocht naar Roncesvalles wordt ruim 1,5 uur. Na 9u en 45 min onderweg te zijn, bereik ik eindelijk de eindstreep van vandaag. Gelukkig vind ik snel een hostel, Hostel Sabina. De pelgrimsherbergen zijn allemaal gesloten vanwege Covid. Ik geniet van een privekamer met eigen badkamer en wc en nadien een gewone warme maaltijd en een glaasje wijn. Na deze vermoeiende dag heb ik dit klein beetje luxe wel verdiend.
Reacties
Een reactie posten