Dag 4 : Van Roncesvalles naar Larrasoaña

De zon heeft gisteren feller geschenen dan ik dacht. Armen en gezicht rood en warm, dus kou heb ik niet gehad vannacht. Het comfort van een hotel heeft me deugd gedaan. Dus ben ik opnieuw klaar voor de volgende tocht, eentje van 27,3 km. 
Als ik vertrek, is het grijs en valt er wat lichte regen. Koud is het echter niet. Gezien de blaar op mijn hiel toch wat gevoelig is, besluit ik al vlug mijn bergschoenen om te wisselen in de wandelsandalen. Zo kan ik ze alvast goed uittesten. En het is meegevallen.😅
Al vrij snel loopt het pad door een dicht bos : Bosque de sorginaritzaga, vrij vertaald "het heksenbos". In de 16de eeuw hielden de meest bekende heksen er hun heksensabbats, wat leidde tot de verbranding van 9 heksen uit de streek. Op de route staat een groot wit kruis, een teken van goddelijke bescherming. Als ik het bos uitkom bij het kruis, passeert er net een auto van de Guardia Civil. Even heb ik schrik dat ze zullen stoppen ; de Camino is in feite nog gesloten tot 9 mei. Ik zie ze zelfs nog een tweede keer passeren verder op de route. Ze hebben me misschien niet gezien ofwel hebben ze geen zin om een pelgrim tegen te houden. Mijn angst is dus ongegrond ; ik blijk goed beschermd.
Even later maak ik kennis met 2 Madrileense mannen, ook op weg op de Camino, naar Burgos. Het zijn de eerste pelgrims die ik tegenkom. Zij vertellen me dat ze de dag voordien zonder problemen met de trein vanuit Madrid naar Roncesvalles zijn gereden, hoewel reizen voor hen verboden is. Nog 1 keer zie ik ze terug op de route. Zij zullen overnachten in Zubiri, terwijl ik enkele dorpen verder ga stappen om te overnachten.
De ganse tocht gaat wat op en af tussen bossen en weilanden, telkens weer getrakteerd op mooie panorama’s. In de zomer zou er amper zonlicht doordringen in het bos. De zon is terug te voorschijn gekomen en kan nu nog door het eerste ontluikende groen schijnen ; het is prachtig. De vele hellinkjes, alhoewel geen grote, beginnen naar het einde toe zwaar door te wegen en ik ben dan ook erg blij wanneer ik na 8,5 uur onderweg, eindelijk Larrasoaña bereik.  
Ik ben net op tijd om in te checken in de pelgrimsherberg van ”de vrienden van de Camino” ; ze sluiten nu normaal omstreeks 17.30u. Ik ben de eerste gast van dit jaar en de enige, en wordt als een koningin ontvangen. Amaya, zo heet de vrijwilligster, stelt zelfs voor om met mij een dorp terug te rijden met de auto zodat ik in een restaurant een 3-gangenmenu voor 13 euro kan bestellen om mee te nemen naar de herberg : kippenbouillonsoep met brood, pasta met kaas en tomaat en rijstpap. Vooral de soep heeft enorm gesmaakt. Dank je wel, Amaya, voor zoveel lieve gastvrijheid en wie weet ”Tot ziens.” 
             Augustijnenabdij van Roncesvalles
       Het witte kruis, teken van goddelijke bescherming 
                          Veel jong leven in de wei
                       Alweer prachtige panorama’s 
     Puente de la Rabia, brug van de hondsdolheid, in Zubiri. 
     Men geloofde vroeger dat de zieke dieren zouden                 genezen als ze 3 maal de brug overstaken.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 33 : Van Mélide naar Santa Irene

Dag 31 : Van Morgade naar Ventas de Narón

Dag 32 : Van Ventas de Narón naar Mélide