Dag 17 : Van Boadillo del Camino naar Carrión de los Condes

Het was wat frisjes en bewolkt om 8u wanneer ik mijn volgende tocht aanvatte. Ik wierp nog een laatste blik op de ooievaars die schijnbaar ook stilaan aan hun dagtaak begonnen.
Even buiten het dorp verliet ik de weg en ging naast het Canal de Castilla lopen. Het leek wel op het anti-tankkanaal in Schoten of de Nete, alleen wat smaller. Dit was schijnbaar maar een kort intermezzo op de Meseta. Al na iets meer dan een uur, kwam ik aan een sluizencomplex in een volgend dorp, Fromista. Vanaf dan kreeg ik weer zicht op de oneindige velden van de Meseta. Dit keer liep ik wel van dorp naar dorp op een half verharde voetweg langs een rustige provinciale baan. Misschien is deze baan in niet-Coronatijd een stuk drukker, maar nu stoorde het niet, want na elk dorp wandelde ik onmiddellijk terug tussen uitgestrekte velden en akkers. 
Na enige tijd merkte ik de kilometerpaaltjes op langs de baan. Opnieuw deed ik een poging om te tellen en goed door te stappen : 1725 stappen in 1 km. 
Ik bekeek het landschap links van mij. Ik kreeg het gevoel met een teletijdmachine terug in het vlakke landelijke  Vlaanderen te zijn. Aan mijn rechterzijde doemden echter bergtoppen op in de verte ; ik was nog steeds op de Camino.
Doordat ik van dorp tot dorp wandelde, leek de tocht niet zo lang. Het was ook eens fijn om niet in de totale vergetelheid van de Meseta te verzinken ; de beschaving was steeds dichtbij. Na ongeveer 7u en 26,3 km bereikte ik mijn eindbestemming voor vandaag : Carrión de los Condes. Daar zou ik overnachten in een voormalig klooster met weinig comfort : Convento de Santa Clara van de Clarissenorde. Wat was ik verrast dat ik de jonge Duitser, Emmanuel, daar aantrof. 
Het weer was zonnig geworden en ik maakte van de gelegenheid gebruik om mijn sokken en ondergoed met babyshampoo uit te wassen. Op de wasdraad in de zon zouden ze in enkele uren droog zijn. 
Emmanuel wilde zelf pasta koken en vroeg of ik zin had om mee te eten. Ik moest nog even in het dorp zijn om wat proviand in te slaan voor de komende dagen en bracht voor ons nog een fles Rioja mee. Het eten was erg lekker en het was best gezellig, zo met z’n 2.
Na de afwas kropen we snel ons bed in, Emmanuel met zijn jas aan en 3 dekens, omdat het zo vreselijk koud was. Gedurende de nacht werd ik meermaals wakker omdat de kou dwars door de dunne matras heen leek te gaan. Ik had echter niet de moed om uit mijn warme bed te kruipen om nog een extra deken te nemen in de gang. 
  Geen Nete of anti-tankkanaal,  maar Canal de Castilla 
Bergen in de verte, geen fata morgana
      
               Slapen in het monasteria van Santa Clara















Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 33 : Van Mélide naar Santa Irene

Dag 31 : Van Morgade naar Ventas de Narón

Dag 32 : Van Ventas de Narón naar Mélide