Dag 23 : Van Villavante naar Astorga

Zalig geslapen in een prachtige en rustgevende omgeving. Ook de ontvangst en het avondmaal na de uitputtende dag zal er wel voor iets tussen hebben gezeten. 
Deze ochtend stond een rijkelijk ontbijt klaar. Tof om zo de dag te kunnen beginnen. Doordat ik gisteren zo ver gestapt had, kon ik het vandaag weer rustig aan doen. Een tocht van zo’n 22,5 km stond nu op het programma, in plaats van de 32 km beschreven in de wandelgids.
Het was vandaag bewolkt. Ik had gisteren het internet geraadpleegd en daar las ik dat het vandaag niet droog zou blijven. In feite was ik nu blij dat ik zoveel kilometers al had gestapt, dan zou het nu minder lang door de regen zijn.
Ik stapte al snel opnieuw door een heuvelachtig landschap. Het deed me denken aan mijn geliefde Voeren, al waren de hoogteverschillen wel meer in de orde van de Ardennen.
Al na 1u bereikte ik het eerste dorp Puente de Órbigo. Ik ging het dorp binnen via een 20-bogige brug, al gebouwd in de 10e en 11e eeuw op Romeinse fundamenten. 
Er is een legende die vertelt over een ridder die elke donderdag een halsband om deed, als teken van een ongelukkige liefde. Hij deed de belofte om in het heilige jaar 1434 samen met 9 andere ridders 15 dagen voor en na 25 juli, de naamdag van Santiago, te strijden tegen elke ridder die over de brug zou komen. Vele ridders kwamen en nadat ze 166 ridders hadden verslagen, werd de jongeman verlost van zijn liefdesboei. 
Na het dorp leidde een veldweg al snel naar het volgende plaatsje, Villares de Órbigo. Hier ging een steil smal paadje de heuvel op. Helemaal boven zag ik beneden het volgende dorp al liggen, Santibáñez de Valdeiglesias. 
Even nadat ik de afdaling begonnen was, kwam ik voorbij een armzalige woning, gebouwd in de heuvel. Een man met hond nodigde me uit op het overdekte terras voor zijn woning voor een glas rode wijn met opgelegde witte bonen erbij als aperitiefhapje. Hij was altijd artiest geweest, vertelde hij, en had veel gereisd. Nu had hij hier de rust gevonden samen met een geadopteerde hond. Hij toonde me de slaapplaats voor de hond, zelf gemaakt van een oud wijnvat. Hij vertelde hoe hij de woning zou renoveren en de grond rondom zou bewerken, zodat hij pelgrims zou kunnen ontvangen bij zijn nederig stulpje. Het uitzicht dat hij had, was alleszins prachtig. Bewonderenswaardig hoe iemand met zo weinig, gelukkig kan zijn en ook nog zijn dromen probeert waar te maken. 
Er kwamen nog pelgrims bij, die ik enkele dagen geleden al gezien had. Ook zij herkenden mij. Dit was voor mij het moment om mijn tocht verder te zetten. 
Intussen zag ik steeds donker wordende wolken, dus trok ik snel mijn regenhoes over de rugzak. Toen ik terug uit het dal klom, begon het te regenen. De bijhorende wind maakte het ook kouder, maar niet zo koud als de tocht naar Burgos of door het roversbos.
Het ging op en af door de heuvels, weilanden wisselden af met kleine bossen tot ik op een hoogvlakte kwam. Helemaal boven stond zowaar nog een schamelere hut. Er stond een stalletje met voedsel bij waar je tegen een vrije gift van mocht eten.
In de hut leefde een man alleen, naar mijn schatting halverwege de 40. Hij liep in een armoedige broek en trui op blote voeten. Hij nodigde me uit voor een gesprek bij zijn zelfgemaakt houtkacheltje, terwijl ik een banaan en een yoghurtje nam uit zijn eetstalletje. Intussen was het wat harder gaan regenen. Hij vertelde dat hij de luxe vaarwel had gezegd en daar boven heel gelukkig leefde temidden de natuur. Terwijl hij zo vertelde, liep een ree op enkele tientallen meters voor de hut langs. 
Toen de regen wat verminderde, nam ik afscheid van de vriendelijke eenzaat en vervolgde mijn weg over de hoogvlakte.
Even later kwam ik bij het stenen kruis van Santo Toribio. Beneden in het dal zag ik Justo de la Vega liggen en verder weg Astorga. Intussen was het gestopt met regenen en kwam langzaam de zon weer door het wolkendek. Na zo’n 6 uur zat mijn tocht er op. 
Astorga was vroeger het centrum van de chocolade in Spanje, doordat cacao in de Galicische havens binnenkwam uit de overzeese koloniën. Tegenwoordig staat de stad ook bekend voor de productie van cakejes.
                           Puente de Órbigo 
                Uitzicht vanuit de schamele heuvelwoning
                   Een mix van "Voeren" en de  "Ardennen"
               Het schamele hutje met eetstalletje
            Het stenen kruis met uitzicht op de 2 stadjes
                              Astorga
Uitzicht vanuit mijn kamer in de Albergue Siervas de Maria
                       Het stadsplein van Astorga 

     











Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 33 : Van Mélide naar Santa Irene

Dag 31 : Van Morgade naar Ventas de Narón

Dag 32 : Van Ventas de Narón naar Mélide